In het uiterste westen van het Australische continent, met daarachter de grenzeloze Indische Oceaan, liggen een aantal eilanden waarvan de dieren alle natuurwetten trotseren. De drie eilanden liggen naast elkaar, maar elk wordt geregeerd door een ander dier. Eén door een uniek buideldier, de tweede door een pinguïn en de derde door een van de meest giftige slangen ter wereld, alsof de evolutie het onroerend goed eerlijk heeft verdeeld. En op de eilanden is elk dier vreemder dan ooit geworden – met een reeks kenmerken die zo uniek zijn dat ze bizar zijn. De Quokka, een van 's werelds 'gelukkigste' en toch meest kwetsbare buideldieren, gedijt alleen op Rottnest Island. In bijna onherbergzame omstandigheden leven hier meer dan tienduizend van de vreemde relikwie wallaby's.