Een vader en zoon gaan kamperen om te genieten van de ongerepte natuur en samen tijd door te brengen. Wanneer ze stoppen voor de nacht, begint de jongen vreemde stemmen te horen en verdwijnt dan spoorloos. In de loop van lange en wanhopige pogingen om zijn zoon te vinden, ontmoet de vader een kluizenaar die in de wildernis van het bos leeft. Van hem leert de man dat het bos vol oude tekenen is en volgens zijn eigen wetten leeft.